Beleid en uitvoeringsgebieden:

Lamers Grotestedenbeleid zoekt naar manieren om gerezen problematiek op te lossen vanuit het perspectief van de doelgroep, zoals bewoners en/of jongeren in de wijk deze ervaren. De betrokkenheid van professionals uit diverse organisaties is van wezenlijk belang. Daarbij wordt verder gekeken dan het huidige aanbod van instellingen en/of lokale overheid. Zo ontstaat een innovatieve aanpak van het beleid, die aansluit bij de ervaringswereld van de doelgroep.

Lamers Grotestedenbeleid heeft ruime ervaring in complexe problematiek en diverse thema’s binnen de sociale pijler van het grotestedenbeleid zoals:

  • jeugd en veiligheid;
  • preventief jeugdbeleid;
  • jeugdcriminaliteit;
  • overlast en onveiligheid door groepen jongeren;
  • veilige wijken;
  • participatie van bewoners;
  • omgaan met diversiteit in wijken;
  • hulpverlening in netwerken;
  • het realiseren van veilige scholen.

Bij complexe problematiek in een stad speelt een groot aantal organisaties een belangrijke rol. Lamers Grotestedenbeleid heeft ervaring opgebouwd met de volgende organisatorische thema’s:

  • het organiseren van adequate netwerken voor de aanpak van complexe problematiek;
  • het voeren van regie om de focus van organisaties te richten op de aanpak van problematiek zoals die door de doelgroep wordt ervaren en de eigen organisatie zien als een middel;
  • het aansporen van een instantie of lokale overheid om de maatschappelijke problematiek  (buiten) om te zetten naar handelen (binnen);
  • het verbeteren van de relatie tussen burger en bestuur door een open communicatie, waarbij grenzen helder worden aangegeven en er aandacht is voor de diversiteit aan gezichtspunten;
  • het combineren van een top-down benadering van visie, prioritering, budget en capaciteit, met een bottom-up perspectief waarin de professionals uitgedaagd worden en een solide alliantievorming tussen de verschillende organisaties;
  • het koppelen van beleid aan uitvoering;
  • het  ontwikkelen van competenties en al doende leren in relatie tot ontwikkelingen in het werkveld;
  • het  organiseren van ketensamenwerking door de deskundigheid van professionals in te  zetten en door gebruik te maken van hun motivatie en inspiratie;
  • het vertalen van wetenschappelijke inzichten in praktisch handelen;
  • het vormgeven van integraal werken, zodat in de uitvoering maatwerk geleverd wordt  en er lessen voor de toekomstige praktijk te trekken zijn;
  • het realiseren van verbindingen tussen repressieve partners (OM, Raad voor de Kinderbescherming, reclassering) met curatieve partners (Bureau Jeugdzorg, jeugdhulpverlening, GGD) en preventieve partners (welzijn en re-integratieorganisaties).

Uitgangspunt bij de aanpak van stedelijke problematiek is het verbinden van beleidsvorming aan daadwerkelijke beleidsuitvoering. Dit betekent in de praktijk dat de volgende thema’s aandacht krijgen:

  • er is sprake van een complexe problematiek waarbij meerdere organisaties in onderling overleg zorg dragen voor een adequate aanpak;
  • de regie is in handen van de lokale overheid, neemt haar verantwoordelijkheid en kan regie vormgeven;
  • de lokale overheid kan met complexe problematiek uit de voeten;
  • centraal staat het verbeteren van de relatie tussen burger en bestuur;
  • integraal werken is het uitgangspunt, toegespitst op de praktische situatie;
  • projectleiders die regie voeren, worden gecoacht door de lokale overheid;
  • er wordt gebruik gemaakt van aansprekende methoden om een problematiek te verhelderen, zoals theater, dialoog, film en narratieve analyse. Door deze innovatieve methoden wordt optimale participatie van de doelgroep(en) bewerkstelligd.