Publicaties:

De publicaties van Lamers Grotestedenbeleid geven een goed beeld van onze werkwijze en de resultaten. Bij elke publicatie staat een korte samenvatting. Publicaties kunnen aangevraagd worden via ons secretariaat. De aanvraag kan gemaild worden naar:

info@bureaulamers.eu

2008 & 2009

Interim werkzaamheden
We hebben interimwerkzaamheden en projecten opgezet in verschillende stadsdelen in Amsterdam en in verschillende deelgemeenten van Rotterdam.

Deze hebben te maken met
Jeugd en Veiligheid,
Jeugd beleid,
Jeugd Buurt School,
Professionals in de wijken en effectief samenwerken,
Innovatie in interne ambtelijke samenwerkingsprocessen.

Werkconferentie: Preventie van jeugdcriminaliteit
Een uitdrukkelijke wens van de districtschef Peter Kortekaas was om een werkconferentie te organiseren over de preventie van jeugdcriminaliteit, het was tevens een afronding van zijn periode in district Noord van Amsterdam. De werkconferentie werd mogelijk gemaakt door het stadsdeel.
Het was bijzonder dat zoveel strategische beslissers en professionals uit verschillende organisaties met elkaar in gesprek waren. Organisaties waren vertegenwoordigd uit de hulpverlening, politie, justitie, welzijn, corporaties, onderwijs, werk en overheid. De focus lag op het thema gezin, de binding met de buurt, school, crimineel gedrag en straffen.
Wetenschappers zoals Josine Junger-Tas, Peter van der Laan en Jessica Asscher hebben hun medewerking verleend in een ondersteunende rol in de diverse werkgroepen.

Leeronderzoek
De opzet, uitvoering en afronding van het leeronderzoek naar complexe casussen van een multiprobleemgezin, veelpleger en zedenzaak is een soort van actieonderzoek geweest. Voor veel professionals was het voor het eerst dat zij met elkaar in contact kwamen rondom een casus om te leren van elkaar. Om dit mogelijk te maken waren veel gesprekken nodig met directies van instellingen. Hierbij treft u bij het leeronderzoek video beelden aan over het leeronderzoek. Het boekje “Kan het anders” met lessen, aanbevelingen en dvd is op te vragen bij directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam.

Europees project Conncetions
Als expert heeft Trees Lamers een bijdrage geleverd aan het Europees project van Connections met een introductie van het begrip network method.

Europees project Dwell on
In Brussel heeft Trees Lamers een inleiding gehouden voor 8 Europese steden over de methodiek van werken met complexe problematiek zoals “overlast van groepen jongeren”.

2007

In 2007 heeft Lamers Grotestedenbeleid als kwartiermaker de groepsaanpak in deelgemeente Rotterdam Noord en Centrum ontwikkeld. Daarvoor zijn rapportages geschreven voor het kader, met de resultaten en de knelpunten.

1. Kader Groepsaanpak Deelgemeente Rotterdam Noord
In overleg met de deelgemeente heeft de directie Veiligheid aan Lamers Grotestedenbeleid verzocht om als kwartiermaker in de periode van 1 november t/m 31 december 2006 een verkenning uit te voeren hoe de groepsaanpak in de deelgemeente Noord vorm kan krijgen. Deze rapportage is een afsluiting van de verkenningsfase met een advies hoe de groepsaanpak geïmplementeerd kan worden in deelgemeente Noord.

2. Tussenrapportage groepsaanpak deelgemeente Rotterdam Noord
In deze tussenrapportage worden de resultaten en knelpunten beschreven met betrekking tot de uitvoering van de groepsaanpak in deelgemeente Rotterdam Noord in de periode van januari 2007 tot augustus 2007.

In de deelgemeente Rotterdam Noord is de methodiek groepsaanpak ingezet voor de problematische groepen jongeren die overlast veroorzaken. Preventie vindt plaats door perspectief te bieden aan de jongeren. Repressieve maatregelen worden ingezet voor diegenen die zich misdragen.

Wij kiezen ervoor om bottom-up te werken en daarom laten wij professionals, bewoners en jongeren uitgebreid aan het woord. Met bewoners en jongeren onderhouden wij intensief contact en hun inbreng wordt opgenomen in de aanpak van de problematiek. Een team van professionals vanuit verschillende organisaties in de buurt krijgen alle gelegenheid om het plan van aanpak in te vullen. Tegelijkertijd wordt de capaciteit, de ondersteuning, de prioritering en de visie waar we vanuit werken top-down georganiseerd.

De ambitieuze doelstelling is dat binnen twee jaar 70% van de jongeren niet langer overlast geeft of crimineel is. Dit percentage jongeren moet binnen deze gestelde termijn in een werk-, scholings- en/of hulpverleningstraject zijn geplaatst.
Het resultaat is dat binnen een jaar de overlast op de pleinen bijna is verdwenen. Voor een duurzaam resultaat is het belangrijk dat het perspectief voor jongeren is verbeterd. Van de 24 jongeren in hinderlijke en overlast gevende groepen zitten er 17 op school. Dit is 71%. Tot eind 2008 worden de moeilijk te plaatsen jongeren ook in een werk-, scholings- en/of hulpverleningstraject geplaatst. Als uit gedrag blijkt dat jongeren hun perspectief niet willen verbeteren en gekozen hebben voor criminaliteit, dan geldt uitsluitend voor deze jongeren een repressieve aanpak. Ook hier is maatwerk nodig door recherche, reclassering en justitie. Van de criminele groep jongeren zitten 8 jongeren in een scholingstraject, van wie 3 jongeren geplaatst zijn via een scholingsproject dat gestart is in de groepsaanpak.

3. Rapportage groepsaanpak in de Centrumraad van Rotterdam

Samenvatting
In deze rapportage vindt u een overzicht van de werkwijze van de groepsaanpak in de Centrumraad. In het centrum is de groepsaanpak ingezet op twee groepen. De groepen zijn volgens de Beke-shortlist opgesteld. Deze rapportage is een verslag van de herstart van de groepsaanpak op 26 april 2007 na een tumultueuze periode.
Het is van groot belang gebleken om vertrouwen te creëren tussen de verschillende organisaties onderling, op management- , directie- en uitvoeringsniveau. Tevens moest het vertrouwen worden hersteld in de methodiek en de projectleiding van de groepsaanpak.

Binnen de Centrumraad is geconstateerd dat diverse overlastgevende groepen jongeren zich in het centrum ophouden. De Centrumraad wil de overlast terugdringen via een tweesporenbeleid. Enerzijds wordt het belang van preventie benadrukt door perspectief te bieden aan de jongeren die blijk geven hun gedrag ten goede te willen keren. Anderzijds worden repressieve maatregelen ingezet voor diegenen die zich blijven misdragen.
De methodiek groepsaanpak wordt ingezet voor de problematische groepen jongeren die
overlast veroorzaken en concretiseert de visie van de Centrumraad. De doelstelling van de groepsaanpak is gericht op een preventief aanbod om jongeren kansen te geven op een grotere participatie in de maatschappij, ondersteuning of hulpverlening voor jongeren met problematiek via de DOSA, het stellen van grenzen aan onwenselijk gedrag en een repressieve aanpak voor crimineel gedrag. De algemene doelstelling is het minimaliseren van overlast op straat.

Bijkomstige problematiek was ernstige overlast die niet door jongeren veroorzaakt werd. Deze vorm van overlast bleek met name in het Oude Westen sterk aanwezig. De bewonersavond en het, daaruit voortgevloeide, drugs-, overlast- en prostitutie (DOP)-overleg maken duidelijk dat in het Oude Westen de overlast niet voornamelijk van de jongeren afkomstig is. Dit betekent dat de groepsaanpak onderdeel wordt van een omvangrijker integrale aanpak.

2006


Cahier 7 groepsaanpak
Methodiekhandleiding voor de aanpak van problematische groepen jongeren in Rotterdam.
Rotterdam pakt de jeugdproblemen voortvarend aan. Dat gebeurt door een systematische
analyse van overlastgevende groepen jongeren volgens de shortlist methodiek van Beke en
een daarbij horende persoons-, groeps- en domeingerichte aanpak van jongerenoverlast en jeugdcriminaliteit. Dit moet ertoe leiden dat de jeugdoverlast wordt teruggebracht. Over vijf jaar mag geen enkele wijk op de Veiligheidsindex een onvoldoende scoren voor jongerenoverlast en jeugdcriminaliteit.
De methodologie om de overlast van groepen jongeren aan te pakken door Rotterdamse deelgemeentes, wordt in dit cahier beschreven. Lamers Grotestedenbeleid heeft dit samen met Directie Veiligheid opgesteld en het cahier wordt in de deelgemeentes van Rotterdam gebruikt als een handvat in de aanpak van jeugdoverlast

Het cahier is via deze link te downloaden in een pdf-file.

2005

Rapportage cameraproject in Amsterdam Zuid
Rapportage van een cameraproject, waarbij gebruik is gemaakt van de narratieve analyse voor de evaluatie van het project.

Samenvatting

In februari 2004 is een camera geplaatst in een snackbar bij een portiek in Amsterdam Zuid. Dit was één van de maatregelen om de overlast van hangjongeren in het portiek tegen te gaan. Door interviews met zeven bewoners en de eigenaar van de snackbar te houden, zijn de verschillende perspectieven op de overlast en de camera inzichtelijk geworden. Geconcludeerd kan worden dat het cameratoezicht in het portiek gezorgd heeft dat de overlast is afgenomen en voor een meer duurzaam resultaat  moet de camera nog één jaar blijven hangen.

Het permanente karakter van de overlast maakte dat sommige bewoners in de portiek zich onveilig voelden. De locatie was door de overlast een “hotspot” geworden. Uit de interviews blijkt dat door de camera de overlast veroorzakende jongeren zijn verdwenen. De meeste bewoners denken niet dat de camera voor altijd nodig is om de jongeren weg te houden. Ze gaan ervan uit dat wanneer de camera lang genoeg op deze locatie hangt, het geen hotspot meer is.

Naast het ophangen van de camera zijn voor jongeren voorzieningen gecreëerd waar zij elkaar kunnen ontmoeten, waar zij aan diverse activiteiten kunnen deelnemen of zelf kunnen opzetten. Daarnaast zijn de sportmogelijkheden uitgebreid. De integrale aanpak heeft gezorgd dat de situatie in de portiek aanzienlijk is verbeterd.

Deskundigheid gebundeld

Een bijdrage van professionals aan het Jeugd- en veiligheidsbeleid 2005-2009

Samenvatting
In het district Zuid heeft Trees Lamers bij haar afscheid als programmacoördinator Jeugd en Veiligheid een korte enquête gehouden onder veel professionals die werken op het gebied van Jeugd en Veiligheid. Met vier open vragen werd ruimte geboden aan de respondenten om hun eigen verhaal te vertellen.
Met de vragen worden vier stappen genomen: waar bent u trots op, wat is uw wens in de komende jaren, welke obstakels wilt u uit de weg ruimen, en noem een prioriteitsvolgorde wat concreet gedaan moet worden in de volgende jaren. Als conclusie worden beleidsaanbevelingen gedaan op het gebied van veilige buurten, aanpak jeugdcriminaliteit, onderwijs, organisaties en beleidsvoering. Hierin komt duidelijk naar voren dat professionalisering een voortdurend leerproces is. Het is ook opvallend dat de antwoorden op de inhoudelijke gebieden twee componenten kent. Enerzijds zijn maatregelen gewenst op het preventieve vlak waarbij een aanbod wordt gedaan en zorg geboden; anderzijds worden maatregelen voorgesteld in de richting van repressief beleid waarbij duidelijk paal en perk wordt gesteld aan ongewenst gedrag. Deze mix van maatregelen is nodig om de complexe problematiek aan te pakken.

2004

Jaarrapportage Routeplanner 2004

Rapportage van een specifiek project voor jongeren in de Diamantbuurt in Amsterdam Oud-Zuid.

Samenvatting 
Het doel van Routeplanner was om jongeren die overlast gaven in de buurt van de straat te halen en toe te leiden naar de bestaande voorzieningen voor jongerenwerk (jongerencentra), scholing, hulpverlening, werkvoorziening etc. in de vorm van ‘trajecten’. Daarin werken Streetcornerwork en jongerenwerk samen maar ook de ouders, het netwerk en buurtbewoners worden betrokken bij de oplossing.
Evaluatiecriteria die zijn opgesteld:

  • Het opzetten, begeleiden en succesvol afronden van reïntegratietrajecten voor de doelgroep.
  • Vermindering van criminaliteit en overlast veroorzaakt door de doelgroep.
  • Verhoging van het veiligheidsgevoel in de buurt.

De resultaten zijn:
De streefcijfers voor de re-integratietrajecten waren het opzetten van trajecten voor tenminste 40 jongeren en de positieve afronding van 30 routes. In de praktijk zijn trajecten opgezet voor 49 jongeren en 32 routes zijn positief afgerond. Wij concluderen hieruit dat de evaluatiecriteria zijn gehaald. Wij zijn er van overtuigd dat deze aanpak een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het feit dat meer dan 75% van de jongeren die trajecten volgen in het afgelopen kwartaal niet meer voorkomen in de registraties van de politie. Het is een stap in de implementatie van de ‘Routeplanner’ die veelbelovend is. Overigens is het niet altijd zo, dat minder geregistreerde criminaliteit per definitie ook minder onveiligheidsgevoelens van burgers betekent: dit vraagt extra aandacht en monitoring.

Deze conclusies worden ook gedeeld door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Ambtelijk is medegedeeld dat het restant van de doeluitkering 2003, die afhankelijk werd gesteld van het bereiken van deze resultaten, zal worden uitgekeerd.

2003

Uitvoering jeugd en veiligheidsplan 2002 en 2003

Rapportage over werkzaamheden van partners van Jeugd en Veiligheid in Amsterdam-Zuid, met name de politie, Openbaar Ministerie, stadsdeel en de centrale stad.

Samenvatting
In deze rapportage wordt inzicht gegeven in de behaalde resultaten op het gebied van Jeugd en Veiligheid en de processen die hiervoor van belang zijn. Tevens vindt een verantwoording plaats over de gebruikte middelen.
Er zijn drie hoofddoelen geformuleerd:

  • vermindering van criminaliteit
  • verhogen van veiligheid in de buurten
  • ondersteunende doelen

Deze drie hoofddoelen zijn onderverdeeld in 29 subdoelen. Bij elk van deze subdoelen wordt het doel, de organisatie, het budget en het resultaat genoemd. In het algemeen kan worden gesteld dat er een daling is van licht criminelen maar dat het aantal first offenders gestegen is. Door het strenger optreden van politie kan de stijging verklaard worden. Met de geïntegreerde inzet van de wethouder Jeugdbeleid, streetcornerwork, politie en justitie zijn deze jongens geen licht criminelen geworden. Dit is een belangrijke conclusie.

In plaats van diverse uitgebreide notities of grootse plannen te maken wordt de professionalisering van het netwerk vorm gegeven door de deelnemers zelf. Wat in het Jeugd en Veiligheidsplan geconstateerd werd aan knelpunten in samenwerking tussen organisaties is bij het Jeugdnetwerk Zuid voor een groot deel opgelost; dit had niemand destijds voor mogelijk gehouden.

Het uitwisselen van informatie gebeurt steeds meer op professionele wijze. Bureau Jeugdzorg neemt sinds de samenvoeging van de netwerken deel aan het netwerk. Vanuit de casuïstiek van het Jeugdnetwerk wordt verbinding gelegd met het JIB casuïstiek. De persoon die voor de Raad van Kinderbescherming in beide netwerken zit, draagt zorg dat personen niet in beide netwerken worden besproken en dat relevante informatie wordt doorgegeven. Een interessante pilot is ontwikkeld in samenwerking met partners waarbij een jongere meer gevolgd kan worden door de tijd heen. Ook hier is de betrokkenheid van de professionals, met name van politie en justitie in de buurt, uitermate groot.

Alle resultaten zijn duidelijk benoemd in dit rapport, ieder weet waarover gerapporteerd moet worden om te bezien of de resultaten behaald zijn. De lessen die geleerd zijn van de aanpak zijn geformuleerd in best practices en aanbevelingen.

Alle publicaties kunnen aangevraagd worden via ons secretariaat. De documenten worden aangeleverd in pdf-formaat. De aanvraag kan gemaild worden naar:

info@bureaulamers.eu